Onderzoek Op welke wijze kunnen gemeentelijke actoren de nieuwe werkwijze in stedelijke gebiedsontwikkeling in de praktijk brengen? Deze vraag ligt ten grondslag aan dit onderzoek ter afronding van de opleiding Master City Developer.
Een onderzoek naar de nieuwe werkwijze in stedelijke gebiedsontwikkeling
Sinds het uitbreken van de economische crisis beraden Nederlandse gemeenten zich op hun rol en positie in gebiedsontwikkeling. Ook zijn zij op zoek naar andere instrumenten en manieren van werken om aan hun stedelijke opgaven te kunnen voldoen. Voorbeelden zijn het MaastrichtLAB, dat experimenteert met nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling op kleine schaal, de aanbesteding van de Rotterdamse Rijnhaven via de bidbook-methode en het faciliteren van initiatiefnemende partijen op de Binckhorst. De gemene deler tussen deze ‘nieuwe werkwijzen’ is dat de gemeente inziet dat haar sturingsmogelijkheden en -middelen in gebiedsontwikkeling veranderd zijn en dat zij in een andere verhouding tot private en maatschappelijke partijen is komen te staan.
actieve gemeentelijke opstelling
Uit het onderzoek komt naar voren dat de nieuwe werkwijze in stedelijke gebiedsontwikkeling een combinatie is van beleidsmatige, procesmatige, instrumentele en financiële maatregelen die bewust door gemeenten worden ingezet. In alle onderzochte casussen komt naar voren dat de vaak gewenste faciliterende houding van de gemeente niet los kan worden gezien van een bestaand uit het stellen van randvoorwaarden en richtlijnen, het ontwerpen en regisseren van het proces en het doen van (beperkte) investeringen.
Belvédère, Maastricht. Foto: Debbie Ginter
‘Vermogen tot veranderen - Afbeelding 1’
Uit het onderzoek komen vijf aanknopingspunten naar voren voor gemeenten om de nieuwe werkwijze in concrete gebiedsontwikkelingen in de praktijk na te streven:
gangbare middelen, processen en organisatiewaarden ter discussie stellen
(1) Een gemeente die een nieuwe werkwijze in de praktijk wil brengen moet de en (her)vormen tot een samenhangend en consistent geheel.
brede overtuiging van nut en noodzaak
(2) Een van de nieuwe werkwijze in stedelijke gebiedsontwikkeling binnen de gemeente vormt het startpunt om deze in de praktijk te kunnen brengen. Hierbij zijn stevige (interne en externe) ambassadeurs en een consequente interne en externe communicatie essentieel.
‘zwaar’ team
(3) Voor het in de praktijk brengen van de nieuwe werkwijze is een uit de bestaande organisatie vereist als in de gebiedsontwikkeling nieuwe interne en externe processen worden ingezet die (nog) niet aansluiten bij de bestaande organisatiewaarden. In alle gevallen is het van belang dat het team het vertrouwen en de ruimte krijgt om te leren en te veranderen.
externe denkkracht
(4) Het interne projectteam moet stevige organiseren en marktpartijen, maatschappelijke partijen en burgers betrekken bij de heroverwering van middelen, processen en waarden. Dit is een essentiële randvoorwaarde voor het effectief doorlopen van het veranderproces.
basisvoorwaarden
(5) De omvang van de gemeente is niet relevant voor het vermogen om de nieuwe werkwijze in de praktijk te brengen. Het gaat om de aanwezigheid van de juiste (bewustzijn van instituties en overtuiging van nieuwe werkwijze) en het doorlopen van alle stappen van het veranderproces.
Zie ook:
- Scriptie Debbie Ginter: ‘Vermogen tot veranderen. Een onderzoek naar de nieuwe werkwijze in stedelijke gebiedsontwikkeling’
- ‘Gevraagd: meer balans tussen ziel & zakelijkheid’ (bulletin over vakmanschap, engagement en vertrouwen)
- Gebiedsontwikkeling wordt jazzy (over hoe Maastricht de nieuwe werkwijze in de praktijk brengt)
- Naar een prospectus van de stad (verslag MCD-college ‘Gemeenten in gebiedsontwikkeling’)
- Gebiedsontwikkeling Rijnhaven Rotterdam van start
- Georganiseerde belangen bij gebiedsrevitalisering (over de Binckhorst, Den Haag)
- Ontslakkengemeente.nl
Cover: ‘2013.09.04_Vermogen tot veranderen_1_660’