Verslag Op 8 oktober organiseerde de Provincie Zuid-Holland alweer voor de vijfde keer de Dag van de Ruimtelijke Kwaliteit. Een brede groep professionals ontmoette elkaar in de Stadsgehoorzaal in Leiden. Thema van de dag was ‘verbinden’, en in de programmering vertaalde zich dat in ruime aandacht voor circulaire ambities in relatie tot ruimtelijke kwaliteit. Gastspreker Eric Frijters van Fabric schetste denkend vanuit kringlopen een nieuw perspectief voor Rotterdam en in de workshop Metabolisme werd ingegaan op ruimtelijke implicaties van het Groene Cirkels initiatief. De rollen van de provincie en Heineken hierin leverde interessante stof voor discussie op.
Verslag Dag van de Ruimtelijke Kwaliteit Zuid-Holland 2015
Gespreksleider Alex Veldhof, Hoofd afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Provincie Zuid-Holland, trapt de middag af met een tweegesprek met Abe Veenstra, provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit. Veenstra schetst het huidige beeld van Zuid Holland: ”Op veel plekken is het beeld dubbel. Aan de ene kant helder gedefinieerde gebieden als de delta, polders, duinen en mooie binnensteden. Maar aan de andere kant ook genoeg locaties waar het niet is gelukt de verbinding te leggen, ondanks de goede bedoelingen.” Volgens Veenstra is het zaak gedeelde belangen te herkennen. “We zijn heel goed in het uiteenrafelen, maar ruimtelijke kwaliteit is gebaat bij een integrale benadering waarbij partijen elkaar iets gunnen. Iedereen moet uit z’n comfortzone komen en vanuit een gezamenlijk belang denken en handelen: wat willen we? In een sterk verstedelijkte provincie als Zuid-Holland is verbinding nodig voor het verkrijgen van kwaliteit; van recreatie, wonen, natuur en werken. De ‘hardware’ ligt er, zoals de Rotte, maar het gaat vooral ook om de ‘software’, het verbinden van mensen.”
Adri Bom-Lemstra, Gedeputeerde Ruimtelijke Ordening van de provincie Zuid-Holland haalt in haar presentatie Adriaan Geuze aan, die als VPRO’s Zomergast stelde dat hij in paniek was over de ontwikkelingen langs de A4 bij Leiderdorp. Volgens Bom-Lemstra zijn er meer plekken in Zuid-Holland die je niet op een ansichtkaart zet: “Leegstaande bouwblokken en kassen, gebieden met weinig groen. Ondanks de leegstand blijft de drang om te bouwen steeds fier overeind. Het is kunst om dat als provincie anders te faciliteren en functies logisch samen te brengen, waarbij ruimtelijke kwaliteit blijft behouden en versterkt wordt.” Bom-Lemstra stelt dat het zaak is bewoners (eerder) te betrekken en als overheid uitnodigend te zijn. Ze roept de werkateliers, provinciaal adviseur en betrokkenen uit het veld op om de provincie scherp te houden met ongevraagd advies. En goede voorbeelden te delen voor de handleiding over ruimtelijke kwaliteit, die partijen samen maken.
‘Zoeken naar de brug tussen circulaire ambities en een leefomgeving met kwaliteit - Afbeelding 1’
Metabolisme: stofwisseling van de stad als instrument voor ruimtelijk ontwerp
Eric Frijters, Partner FABRIC en Lector Future Urban Regions aan de Nederlandse Academies van Bouwkunst presenteert als gastspreker zijn project ‘Designing with flows, four startegies for a new metabolism for Rotterdam'. Frijters is op zoek naar betere verbindingen tussen het stedelijk ontwerp en het transport van water, energie, afval en voedingsstoffen. Hij bekijkt de stad als een gecompliceerd organisme met een veelheid aan stofstromen, dat wij slimmer kunnen organiseren. Frijters: ”Sinds orkaan Sandy aan de westkust van de Verenigde Staten heeft huisgehouden, hebben steeds meer bedrijven, overheden en andere organisaties door dat klimaatverandering een dure grap is. Sandy heeft 25 miljard gekost. We moeten veel beter nadenken over het systeem, ‘urban by nature’, zoals Dirk Sijmons het noemde tijdens de IABR in 2014.” Voor meer inzicht en begrip van stedelijke stromen (afval, energie, water, etc.) zijn data nodig, stelt Frijters. Die zijn vaak nog niet voor handen en het verkrijgen ervan vormt een grote uitdaging. Vervolgens gaat Frijters in op de case Rotterdam. Hij en zijn team hebben de verschillende stromen in de regio op verschillende schaalniveaus onderscheiden, in kaart gebracht en geprioriteerd. Vervolgens is vanuit deze gegevens gekeken naar nieuwe perspectieven voor de stad en de regio die bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Elke stroom levert een eigen ontwerpperspectief op. Voor Rotterdam liggen er kansen in het kanaliseren en hergebruiken van warmte en het gebruik van geothermie, een energievorm die in de regio gemakkelijk te delven is. De planningsopgave is om gebruik te maken van wat er is. In dit geval is de vraag: waar te boren? Zo kunnen er zgn. ‘heathubs’ ontstaan uit particulier initiatief. De bedoeling is dat het systeem van de mensen blijft, de strategie moet zijn om mensen uit te dagen om iets met de kansen te doen. De gemeente Groningen heeft dit idee al opgepakt, daar zitten inmiddels 10.000 mensen op een hub.
Ook in andere stromen liggen kansen, bijvoorbeeld in de terugwinning van fosfaat. Algen en nutriënten die met de rivieren worden aangevoerd stromen nu langs Rotterdam de zee in. Daarnaast is Rotterdam ook een doorvoerstad richting Ruhrgebied. Kun je de goederenstroom beter benutten en iets van de werkgelegenheid van het Ruhrgebied afschrapen? Op Zuid is veel ruimte en vraag naar werk. Kan hier een kleinschalige maakindustrie gefaciliteerd worden? Wanneer we de luchtkwaliteit in ogenschouw nemen, dan moet een schone distributie het doel zijn. Bijvoorbeeld door een systeem van overslagpunten te creëren waar goederen overgeladen worden op elektrische wagens. Alleen deze elektrische wagens mogen bepaalde gebieden in. Deze andere kijk en andere vorm van organiseren levert een nieuw type architectuur en stedenbouw op.
In de discussie achteraf vraagt een van de aanwezigen hoe dit ‘top-down’ plan lokaal kan landen. Volgens Frijters een goede vraag, maar een lastige. Omdat veel paradigma’s verschuiven bij deze aanpak, is het goed om op abstract niveau te beginnen, om de systemen en de opgave te begrijpen. Maar uiteindelijk zal het ook gaan om ‘doen’: experimenteren in het veld.
‘Zoeken naar de brug tussen circulaire ambities en een leefomgeving met kwaliteit - Afbeelding 2’
Workshop Metabolisme: Heineken, de Provincie en de Groene Cirkels
In de aansluitende workshop ‘Metabolisme’ geleid door Eric Frijters en Marco van Steekelenburg, (Energietransitie en Mobiliteit, Provincie Zuid-Holland) gaat een kleinere groep in op ruimtelijke dilemma’s in relatie tot het Groene Cirkels initiatief. Groene Cirkels is ontstaan uit een samenwerking van multinational Heineken, de provincie Zuid-Holland en kennispartner Alterra Wageningen UR. Het koerst op een transitie naar duurzaam ruimtegebruik, met de verduurzaming van de Heineken Brouwerij in Zoeterwoude als vliegwiel. In de aanpak nemen ze de natuur als uitgangspunt en realiseren ze programma’s rond de onderwerpen energie, water, grondstoffen, mobiliteit en leefomgeving.
Heineken heeft grootse ambities als het gaat om cirkels sluiten. Frijters: ”Sinds orkaan Sandy kopen ze in New York alleen nog biertjes met lage CO2 voetafdruk. Doel is om zo spoedig mogelijk een klimaatneutrale brouwerij te realiseren.” Van Steekelenburg: ”Daartoe onderhandelt de multinational top-down met de omgeving en leveranciers, o.a. over het lokaal inkopen van grondstoffen en transport dat elektrisch moet worden. Daarnaast maken ze rechtstreeks afspraken met bewoners en de politiek. Zo hebben ze door actief overleg toestemming gekregen voor windmolens op hun terrein. Iets wat de provincie nog niet was gelukt: draagvlak krijgen voor windmolens in deze regio.”
De provincie probeert Heineken te faciliteren (economisch belangrijke speler: niet wegjagen!) maar dat botst aan allerlei kanten als het gaat om ruimtelijke kwaliteit en bestaande plannen, bijvoorbeeld op gebied van mobiliteit. Van Steekelenburg: ”Heineken Zoeterwoude genereert als ‘back up-plant’ voor de wereld veel containervervoer. Heineken wil deze containers duurzaam over water (de Gouwe) gaan vervoeren en wil daarvoor een grote hijskranen/overslagplek aan de zuidoostkant van Alphen aan de Rijn. Een ander bedrijf wil die lege containers benutten door ze weer vol richting Heineken te vervoeren. Dit heeft grote gevolgen voor de draagkracht van het wegennetwerk verderop. Wat doen we: wegen verbreden? Omleggen? Al deze consequenties, inclusief de hijskranen/overslaglocatie hebben grote ruimtelijke impact.”
Er ontstaat een discussie over de rol van de provincie. Kan die nog harde randvoorwaarden stellen als het gaat om landschap? En welke? Of wat betekent de energietransitie/verduurzaming voor landschap, ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde? Verdwijnen de zichtlijnen en het Groene Hart dan toch na die dure ondertunneling van de HSL op precies deze locatie? Moeten we accepteren dat zo’n landschap er anders uit ziet? Een van de aanwezigen haalt het ‘Houd het eenvoudig Beter’-programma voor het vereenvoudigen van regelgeving aan. Waarom als provincie niet analoog hieraan zeggen wat je echt wil en de rest vrijlaten?
‘Zoeken naar de brug tussen circulaire ambities en een leefomgeving met kwaliteit - Afbeelding 3’
De rol van de provincie ontkomt in de groep niet aan kritiek als het gaat om het faciliteren van Heineken. Heineken bepaalt hier wel erg de koers: alle cirkels worden voor hun optimaal gesloten. Moet de provincie hier niet met een bredere blik kijken? Wat betekent het faciliteren van een partij op grotere schaal? Is dat wel zo duurzaam? Een deelnemer vraagt zich af waarom die windmolens zo nodig op het terrein van Heineken moeten staan als energie toch aan het netwerk wordt geleverd. En wat betekent het voor (de keuzevrijheid van) andere spelers in het gebied? Concurrentie om kringlopen?
Een van de aanwezigen oppert dat de provincie hier veel kan leren van de aanpak van Heineken. De provincie moet zich veel pro-actiever opstellen en directer/agressiever achter de gewenste richting aangaan. Want Heineken trekt z’n eigen plan. Zo ligt er een ongebruikte spoorrail klaar. Lukt praten over goederenvervoer met Prorail niet? Devies: op z’n Heinekens afstappen op de mensen ‘achter’ Prorail, oftewel: het Ministerie.
Klik hier voor de presentaties van deze dag
Foto's: René Zoetemelk
Zie ook:
Cover: ‘2015.10.23_Zoeken naar de brug tussen circulaire ambities en een leefomgeving met kwaliteit’